Astronomen zien sterren vlak voor hun ogen veranderen in de Orionnevel

Pin
Send
Share
Send

Een prachtig nieuw beeld van de tag-teaminspanning van de Herschel- en Spitzer-ruimtetelescopen toont een regenboog van kleuren in de Orion-nevel. De verschillende kleuren weerspiegelen de verschillende golflengten van infrarood licht die door de twee ruimteobservatoria worden opgevangen, en door hun waarnemingen te combineren, kunnen astronomen een completer beeld krijgen van stervorming. En in feite hebben astronomen jonge sterren in de Orion-nevel gezien die vlak voor hun ogen veranderen, in slechts een paar weken!

Astronomen met Herschel brachten dit gebied van de hemel eens per week gedurende zes weken in de late winter en lente van 2011 in kaart. Let op de ketting van sterren die over het midden van het beeld is geregen? In slechts die korte tijd vond er een waarneembare verandering in de sterren plaats, omdat ze snel opwarmden en afkoelden. De astronomen vroegen zich af of de sterren eigenlijk volgroeid waren als sterembryo's, en op weg waren om volwaardige sterren te worden.

Om te controleren op activiteit in protosterren, staarden Herschel's Photodetector Array Camera en Spectrometer in lange infrarode golflengten van licht, waarbij koude stofdeeltjes werden opgespoord, terwijl Spitzer het warmere stof bekeek dat kortere infrarode golflengten uitzond. In deze gegevens merkten astronomen op dat verschillende van de jonge sterren in slechts enkele weken meer dan 20 procent in helderheid varieerden.

Aangezien dit fonkelen afkomstig is van koel materiaal dat infrarood licht uitzendt, moet het materiaal ver verwijderd zijn van het hete centrum van de jonge ster, waarschijnlijk in de buitenste schijf of de omringende gasomhulling. Op die afstand zou het jaren of eeuwen duren voordat materiaal dichter bij het groeiende sterretje komt, in plaats van slechts weken.

De astronomen zeiden dat een aantal scenario's deze korte periode zou kunnen verklaren. Een mogelijkheid is dat klonterige filamenten van gassen van de buitenste naar de centrale gebieden van de ster treft, waardoor het object tijdelijk wordt verwarmd wanneer de klonten de binnenste schijf raken. Of het kan zijn dat materiaal zich af en toe opstapelt aan de binnenrand van de schijf en een schaduw werpt op de buitenste schijf.

"De voortreffelijke gevoeligheid van Herschel biedt astronomen nieuwe mogelijkheden om stervorming te bestuderen, en we zijn erg verheugd dat we variaties op korte termijn hebben gezien in Orion-protosterren", zegt Nicolas Billot, astronoom aan het Institut de Radioastronomie Millimétrique (IRAM) in Grenada, Spanje die samen met zijn collega's een paper voorbereidt over de bevindingen. "Vervolgwaarnemingen met Herschel zullen ons helpen de fysieke processen te identificeren die verantwoordelijk zijn voor de variabiliteit."

Bron: NASA

Pin
Send
Share
Send