Een computersimulatie van de donkere nevel Barnard 68 suggereert dat de wolk relatief snel zal instorten tot een gloednieuwe ster ... tenminste op een astronomische tijdschaal.
Astrofysicus João Alves, directeur van de Calar Alto Observatory in Spanje, en zijn collega Andreas Bürkert van de Universiteit van München, geloven dat de donkere wolk Barnard 68 onvermijdelijk zal instorten en de nieuwe ster zal doen ontstaan, volgens een artikel dat onlangs in april is gepubliceerd Uitgave van 2009 The Astrophysical Journal.
Barnard 68 (B68) is een donkere nevel op ongeveer 400 lichtjaar afstand in het sterrenbeeld Ophiuchus. Dergelijke nevels zijn interstellaire wolken van stof en gas in de Melkweg die het licht van de sterren en andere objecten erachter blokkeren.
De meeste astronomen geloven dat sterren ontstaan uit gigantische gaswolken die onder hun eigen zwaartekracht instorten totdat hoge dichtheid en temperaturen tot kernfusie leiden. Hoewel veel details van het proces nog steeds niet worden begrepen, kan de nieuwe studie hier misschien enig licht op werpen.
Alves en Bürkert suggereren dat de botsing van twee gaswolken het mechanisme zou kunnen zijn dat de geboorte van een ster activeert. Ze suggereren dat Barnard 68 al in een aanvankelijke onstabiele staat verkeert en dat het "binnenkort" zal instorten - binnen ongeveer 200.000 jaar.
Afbeeldingen laten zien dat B68 een koude gaswolk is met een massa die gelijk is aan die van twee zonnen. Maar er is een kleinere wolk van slechts 1/10 zo groot dat hij dichtbij genoeg komt om in botsing te komen met de grotere wolk.
Om hun theorie te bewijzen, hebben de twee astrofysici het scenario gesimuleerd in een supercomputer aan de universiteit van München. Ze modelleerden twee bolletjes gescheiden door een lichtjaar, met massa's en snelheden vergelijkbaar met die van Barnard 68 en zijn "kleine" metgezel. Door middel van een numeriek algoritme lieten de onderzoekers zien hoe deze twee virtuele gaswolken zich in de tijd ontwikkelden.
De resultaten toonden aan dat de kleinere bolletje na ongeveer 1,7 miljoen jaar met een snelheid van 370 meter per seconde de grotere boorde. Het model toonde ook aan dat de stabiliteit van de beginsituatie in de tijd afnam. Op het moment dat de twee bolletjes samensmolten, werden enorme dichtheden gegenereerd, waardoor het systeem instortte en de ideale omstandigheden werden gecreëerd voor de vorming van een ster.
De onderzoekers varieerden de fysische parameters van de bolletjes totdat ze de omstandigheden hadden uitgewerkt waarin de samensmelting van twee gaswolken tot hun instorting leidt. Volgens de berekeningen van Bürkert en Alves zal er binnen 200.000 jaar een nieuw stersysteem ontstaan uit B68.
Bron: FECYT - Spaanse Stichting voor Wetenschap en Technologie