Na meer dan 200 sterren in verschillende stadia van vorming te hebben onderzocht, heeft ESA's XMM-Newton X-Ray Observatory een dramatisch ander beeld onthuld dan wat astronomen voorspelden. Het observatorium heeft met name geholpen om te laten zien hoe materiestromen naar de magnetische atmosfeer van de sterren vallen, de atmosfeer koelen en röntgenstralen absorberen.
XMM-Newton richtte zich op nieuwe stervorming in de Taurus Molecular Cloud; een enorm stervormingsgebied op slechts 400 lichtjaar van de aarde. Veel van deze sterren verzamelen nog steeds nieuw materiaal via een proces dat accretie wordt genoemd. Wanneer nieuwe materie de ster raakt, warmt deze op en blaast ultraviolette straling uit.
Astronomen verwachtten dat het invallende materiaal de stellaire omhulling zo sterk zou verwarmen dat het ook een teveel aan röntgenstralen zou produceren. Maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan lijkt het erop dat de materiaalstromen zo dicht zijn dat ze de buitenatmosfeer koelen en de meeste uitgezonden röntgenstralen absorberen.
Er zou ook grote hoeveelheden stof in de ster moeten vallen die hem voor ons zou moeten verdoezelen, maar de sterren worden helder brandend gezien. Het moet zijn dat de straling van de ster eigenlijk het stof verdampt voordat het de ster kan bereiken, waardoor we een duidelijk zicht hebben.
Oorspronkelijke bron: ESA News Release
