De definitie van een 'planeet' is er een die veel onenigheid kent. De algemene consensus is dat een object dat deuterium kan ondersteunen (een vorm van waterstof dat een neutron in de kern heeft en bij lagere temperaturen kan fuseren) fusie is, een bruine dwerg is terwijl alles daaronder een planeet is. Deze limiet wordt geschat op ongeveer 13 Jupiter-massa's, maar hoewel deze lijn in het zand in eerste instantie duidelijk lijkt, onderzoekt een nieuw artikel de moeilijkheid om deze discriminerende factor vast te pinnen. Jarenlang waren bruine dwergen mythische wezens. Door hun lage temperaturen, zelfs tijdens het ondergaan van deuteriumfusie, waren ze moeilijk te detecteren. Hoewel veel kandidaten werden voorgesteld als bruine dwergen, slaagden ze er allemaal niet in om de discriminerende test te hebben waarbij lithium in hun spectrum aanwezig was (dat wordt vernietigd door de temperaturen van traditionele waterstoffusie). Dit veranderde in 1995 toen het eerste object met een geschikte massa werd ontdekt toen de lithiumlijn van 670,8 nm werd ontdekt in een ster met een geschikte massa.
Sindsdien is het aantal geïdentificeerde bruine dwergen aanzienlijk toegenomen en hebben astronomen ontdekt dat het lagere massabereik van vermeende bruine dwergen lijkt te overlappen met dat van massieve planeten. Dit omvat objecten zoals CoRoT-3b, een bruine dwerg met ongeveer 22 joviaanse massa's, die voorkomt in het terminologische limbo.
Het artikel, geleid door David Speigel van Princeton, onderzocht een breed scala aan beginvoorwaarden voor objecten nabij de brandgrens van deuterium. Onder de opgenomen variabelen heeft het team de eerste fractie van helium, deuterium en "metalen" (alles hoger dan helium op het periodiek systeem) bekeken. Uit hun simulaties bleek dat hoeveel van het deuterium verbrandde en hoe snel, sterk afhankelijk was van de startomstandigheden. Voorwerpen die met een hogere heliumconcentratie begonnen, hadden minder massa nodig om een bepaalde hoeveelheid deuterium te verbranden. Evenzo, hoe hoger de initiële deuteriumfractie, hoe gemakkelijker deze versmolten. Ook de verschillen in benodigde massa waren niet subtiel. Ze varieerden met maar liefst twee Joviaanse massa's, tot slechts 11 keer de massa van Jupiter, ruim onder de algemeen aanvaarde limiet.
De auteurs suggereren dat vanwege de inherente verwarring in de massalimieten, een dergelijke definitie misschien niet de "meest bruikbare afbakening tussen planeten en bruine dwergen" is. Als zodanig bevelen ze aan dat astronomen extra voorzichtig zijn bij hun classificaties en beseffen dat een nieuwe definitie nodig kan zijn. Een mogelijke definitie kan betrekking hebben op de vormingsgeschiedenis van objecten in het twijfelachtige massabereik; Objecten die zich in schijven rond andere sterren hebben gevormd, worden beschouwd als planeten, waar objecten die zijn gevormd door zwaartekracht onafhankelijk van het object dat ze omcirkelen, als bruine dwergen worden beschouwd. Ondertussen zal de taxonomische categorisatie van objecten zoals CoRoT-3b blijven worden besproken.