In de wereldwijde strijd tussen pythons en krokodillen, krijt je voor de slangen. Een griezelig nieuwe fotoserie toont een olijfpython (Liasis olivaceus) een Australische zoetwaterkrokodil afslijten (Crocodylus johnstoni).
De foto's zijn afkomstig van GG Wildlife Rescue Inc., een non-profitorganisatie in Australië, die ze op 31 mei op zijn Facebook-pagina heeft gedeeld. De foto's zijn gemaakt in de buurt van Mount Isa, Queensland, door kajakker Martin Muller.
Pythons staan bekend om hun voedingsambitie. De grote slangen zijn gevonden met de overblijfselen van alles - van herten groter dan zijzelf en impala's tot stekelige stekelvarkens - in hun buik. Deze slangen eten elkaar ook graag op, zoals in mei in West-Australië werd gezien. In zeer zeldzame gevallen zullen sommige pythonsoorten zelfs mensen aanvallen en opeten.
Van pythons is ook bekend dat ze het opnemen tegen krokodillen en alligators. In een berucht geval in 2005 werd een Birmese python in het Everglades National Park in Florida gevonden, opengebarsten en dood met een Amerikaanse alligator (Alligator mississippiensis) uit zijn buik steekt. Birmese pythons (Python bivittatus), die wel 18,8 voet (5,74 meter) lang kan worden, is een invasieve soort in Florida.
De olijfpython daarentegen komt oorspronkelijk uit Australië en is alleen daar te vinden. Deze soort kan tot 4 meter lang worden. Botsingen met de "freshies" van Australië (de lokale bijnaam voor zoetwaterkrokodillen) komen vaak voor. In 2014 werd een olijfpython op video vastgelegd waarbij een krokodil in zoet water werd gedood en gegeten bij Lake Moondarra, in de buurt van Mount Isa. In dat geval duurde het vijf uur voordat de slang langzaam zijn kaken rond de vernauwde krokodil uitstrekte.
Pythons kunnen verbazingwekkende slikprestaties uitvoeren dankzij hun elastische kaken. De onderkaakbeenderen van de slangen zijn verdeeld in twee delen, verbonden door een elastisch ligament, waardoor de botten zich uit elkaar kunnen verspreiden. Wanneer een python een prooidier onderdrukt heeft, loopt de slang er eerst overheen, een proces dat de pterygoide wandeling wordt genoemd. Vervolgens gebruikt de slang zijn kaak om aan de prooi te hangen terwijl hij zijn spieren samendrukt en rond het ingetogen dier glijdt totdat de maaltijd wordt verzwolgen.
Pythons hebben ook een aantal genetische aanpassingen die hen helpen om in één keer enorme maaltijden te verteren. Onderzoek dat in 2013 werd gepubliceerd in het tijdschrift Proceedings van de National Academy of Sciences, toonde aan dat Birmese pythons hun metabolisme snel veranderen na het eten en zelfs de grootte van hun interne organen (inclusief de darmen, pancreas, hart en nieren) vergroten om de instroom aan te kunnen van calorieën.