'Cosmic Zombie'-ster veroorzaakte deze explosie in het nabije melkwegstelsel

Pin
Send
Share
Send

Het is misschien een slecht idee om dicht bij dode sterren te komen. Als een White Walker van Game of Thrones, was deze "kosmische zombie" witte dwergster gevaarlijk, ook al was het maar een lijk van een ster als de onze. Het resultaat van dit geweld is nog steeds zichtbaar in de Spitzer Space Telescope-foto die je hierboven ziet.

Astronomen geloven dat de gigantische ster materiaal afstootte (een veel voorkomend fenomeen bij oudere sterren), dat op de witte dwergster viel. Naarmate het gas zich in de loop van de tijd op de witte dwerg ophoopte, werd de massa onstabiel en explodeerde de dwerg. Wat er nog over is, ligt nog steeds in een gaspoel op ongeveer 160.000 lichtjaar van ons vandaan.

"Het is een beetje alsof je een detective bent", zegt Brian Williams van NASA's Goddard Space Flight Center, die het onderzoek leidde. "We zoeken naar aanwijzingen in de overblijfselen om te achterhalen wat er is gebeurd, ook al waren we er niet om het te zien."

Deze explosie in de Grote Magelhaense Wolk - een van de satellietstelsels die het dichtst bij de aarde staan ​​- staat bekend als een Type 1a supernova, maar het is een zeldzaam soort van dat soort. Type 1as zijn vooral bekend als "standaardkaarsen" omdat hun explosies een consistente helderheid hebben. Door te weten hoe lichtgevend het supernova-type is, kunnen astronomen de afstand schatten op basis van de schijnbare helderheid; hoe zwakker de supernova is, hoe verder hij verwijderd is.

De meeste Type 1-situaties vinden plaats wanneer twee witte dwergen in een baan om elkaar heen botsen, maar dit scenario lijkt meer op iets dat aardbewoners in 1604 zagen. Informeel de supernova van Kepler genoemd, omdat astronoom Johannes Kepler het ontdekte, ontdekten astronomen dat dit voortkwam uit een rode reus en witte dwerginteractie. Het bewijsmateriaal voor deze conclusie toonde de supernova-resten ingebed in stof en gas.

Onderzoekers hebben hun resultaten ingediend bij het Astrophysical Journal.

Bron: NASA Jet Propulsion Laboratory

Pin
Send
Share
Send