We hebben het geluk op een planeet te leven waar het in veel regio's voorspelbaar warmer is in de zomer en kouder in de winter, in ieder geval binnen een bepaald bereik. Op aarde duurt het in vergelijking 26.000 jaar om een iets kleinere hoeveelheid (23,5 graden) te kantelen.
De exoplaneet, die 2.300 lichtjaar verwijderd is in het sterrenbeeld Cygnus, draait om de 66 dagen om twee dwergsterren - een oranje en een rode -. Hoewel het leuk zou zijn om je een weersvoorspelling op deze planeet voor te stellen, is het in werkelijkheid waarschijnlijk te warm voor het leven (het is dicht bij zijn moedersterren) en ook enorm, met 65 aardmassa's of een 'super-Neptunus'.
Wat nog vreemder is, is hoe moeilijk het was om de planeet te karakteriseren. Normaal gesproken zien astronomen deze werelden door ze te bekijken over het gezicht van hun moederster (s), of door de zwaartekrachtswisselingen die ze in die sterren veroorzaken. De baan is echter 2,5 graden naar de sterren gekanteld, wat de doorvoer veel onvoorspelbaarder maakt. Het kostte enkele jaren Kepler-ruimtetelescoopgegevens om een patroon te vinden.
"Wat we in de Kepler-gegevens over 1500 dagen zien, zijn drie doorgangen in de eerste 180 dagen (één doorgang om de 66 dagen), daarna hadden we 800 dagen zonder doorgangen", aldus Veselin Kostov, de hoofdonderzoeker van de waarneming. "Daarna zagen we nog vijf transits op rij", voegde Kostov toe, die zowel bij het Space Telescope Science Institute als bij de Johns Hopkins University in Baltimore, Maryland werkt.
Het zal verbazingwekkend zes jaar duren voordat de volgende doorvoer plaatsvindt in 2020, deels vanwege die schommeling en deels omdat de sterren kleine diameters hebben en niet bepaald "edge-on" zijn voor ons zicht vanaf de aarde. Over waarom deze planeet zich gedraagt zoals ze doet, weet niemand het zeker. Misschien knoeien andere planeten met de baan, of doet een derde ster hetzelfde.
De volgende grote vraag, voegde de astronomen eraan toe, is of er andere planeten zijn zoals deze die we gewoon niet kunnen zien vanwege de kloof tussen transittijden.
U kunt meer over deze bevinding lezen in The Astrophysical Journal (een publicatie van 29 januari die nog niet op de website lijkt te staan) of in een voorgedrukte versie op Arxiv.
Bron: Space Telescope Science Institute