We krijgen de cijfers nu vrij goed over hoeveel we niet weten over het heelal: slechts ongeveer 5% van ons heelal bestaat uit normale materie, gemaakt van atomen. En van die 5% van de normale materie, nou, we weten ook niet wat de helft daarvan is. Alle sterren, sterrenstelsels en gas die in het heelal waarneembaar zijn, vertegenwoordigen minder dan de helft van alle materie die er zou moeten zijn.
Ongeveer 10 jaar geleden voorspelden wetenschappers dat de ontbrekende helft van 'gewone' of normale materie bestaat in de vorm van gas met een lage dichtheid, dat grote ruimtes tussen sterrenstelsels vult. De European Space Agency heeft vandaag aangekondigd dat het in een baan om de aarde draaiende röntgenobservatorium XMM-Newton dit gas met lage dichtheid, maar met hoge temperatuur, heeft blootgelegd.
Het universum is beschreven als een kosmisch web. Het dichte deel van het web bestaat uit clusters van sterrenstelsels, de grootste objecten in het universum. Astronomen vermoedden dat gas met een lage dichtheid de filamenten van het web vulde. Maar door de lage dichtheid van het gas is het moeilijk te detecteren. Met de hoge gevoeligheid van de XMM-Newton hebben astronomen de heetste delen van dit gas ontdekt.
Astronomen die XMM-Newton gebruikten, observeerden een paar melkwegclusters, Abell 222 en Abell 223, op 230 miljoen lichtjaar van de aarde, toen de beelden en spectra van het systeem een brug van heet gas onthulden die de clusters met elkaar verbond.
'Het hete gas dat we in deze brug of dit filament zien, is waarschijnlijk het heetste en dichtste deel van het diffuse gas in het kosmische web, waarvan wordt aangenomen dat het ongeveer de helft van de baryonische materie in het universum vormt', zegt Norbert Werner van SRON Nederlands Instituut voor Ruimte Onderzoek, leider van het team dat de ontdekking rapporteert.
De ontdekking van dit hete gas zal de evolutie van het kosmische web beter helpen begrijpen.
'Dit is nog maar het begin', zei Werner. 'Om de verspreiding van de materie binnen het kosmische web te begrijpen, moeten we meer van dit soort systemen zien. En uiteindelijk een speciaal ruimteobservatorium lanceren om het kosmische web te observeren met een veel hogere gevoeligheid dan mogelijk is met de huidige missies. Met ons resultaat kunnen we betrouwbare eisen stellen aan die nieuwe missies. ”
Oorspronkelijke nieuwsbron: ESA-persbericht
