Wetenschappers hebben voor het eerst plasma gezien dat van het oppervlak van een gigantische ster schiet.
De waarneming, gepubliceerd op 27 mei in het tijdschrift Nature Astronomy, vertegenwoordigt de eerste directe blik op een coronale massa-ejectie (CME) van een andere ster dan onze zon. En de waarneming onthulde een plasma-explosie van verbazingwekkende schaal: ongeveer 2,6 quintillion lbs. (1,8 quintillion kilogram) superhot materie - met een piek van 18 miljoen tot 45 miljoen graden Fahrenheit (10 miljoen tot 25 miljoen graden Celsius). Opmerking: een biljoen is gelijk aan een miljard miljard.
De CME was enorm in menselijke termen, maar was moeilijk te herkennen. Vanaf de aarde zag het eruit als een relatief langzame, kleine en koele massa die een heldere stellaire prominentie volgde - of een lus van nog heter, sneller bewegend, zwaarder plasma dat de ster niet volledig ontsnapt - buiten het oppervlak van de ster.
Die CME-massa is 'ongeveer 10.000 keer groter dan de meest massieve CME's die door de zon in de interplanetaire ruimte zijn gelanceerd', aldus de onderzoekers achter de krant in een verklaring.
En die schaal is een groot probleem.
We weten dat onze zon de neiging heeft om twee dingen tegelijkertijd te doen: veel straling uitzenden (dat wordt een uitbarsting genoemd) en CME's uitspuwen (hete barstende bellen van plasma). En astronomen weten dat een sterkere overstraling over het algemeen gepaard gaat met een sterkere CME. Maar tot nu toe was er geen direct bewijs voor deze relatie op andere, grotere sterren.
Maar HR 9024, een gigantische ster op ongeveer 450 lichtjaar afstand van de aarde, produceerde een CME die nauw overeenkwam met een bijbehorende overstraling en die schaalde met de grootte van de ster. Dit is een bewijs, zeiden de onderzoekers, dat de regels voor CME's in ons zonnestelsel elders in het universum gelden voor andere soorten sterren.
Om de meting uit te voeren, vertrouwden de onderzoekers op de High-Energy Transmission Grating Spectrometer, een instrument aan boord van NASA's baan om Chandra X-Ray Observatory. Het is het enige instrument dat mensen hebben gemaakt dat in staat is om stergebeurtenissen op deze relatief kleine schaal binnen een zonnestelsel te observeren.
Naast het leveren van bewijs voor hoe CME's zich gedragen op andere sterren, kan de waarneming helpen verklaren hoe de massa's en rotatiesnelheden van sterren in de loop van de tijd afnemen, aldus de onderzoekers. Wanneer de massa van een CME ontsnapt, neemt het een deel van het momentum van de ster met zich mee. Deze CME was groot genoeg dat, ervan uitgaande dat CME's zoals deze veel voorkomen, het zou kunnen verklaren hoe sterren krimpen en vertragen.