We zijn weer een stap dichter bij transplantaties van varkensorganen, blijkt uit een nieuwe studie.
Met behulp van het genetische knip- en plakgereedschap CRISPR hebben wetenschappers op DNA gebaseerde virussen verwijderd die gewoonlijk varkensorganen infecteren, waardoor de kans groter wordt dat deze dierlijke organen op een dag veilig in menselijke patiënten kunnen worden getransplanteerd, een proces dat bekend staat als xenotransplantatie.
Maar dat betekent niet dat transplantaties van varkensorganen om de hoek liggen; wetenschappers zouden nog steeds andere elementen van transplantaties van varkens moeten veranderen om ervoor te zorgen dat het menselijk lichaam ze niet afwijst.
Momenteel is er een dramatisch tekort in het aantal orgaantransplantaties dat beschikbaar is voor mensen die ze nodig hebben, en veel mensen sterven voordat ze er een krijgen. Dieren zoals varkens zouden in theorie een onbeperkte bron van dergelijke organen kunnen leveren. Maar immuunonverenigbaarheden en virussen die in het varkensgenoom zijn opgenomen, endogene retrovirussen van varkens genoemd (PERV's), hebben het zeer waarschijnlijk gemaakt dat dergelijke varkensorganen het nooit alleen zouden opnemen.
Om die PERV's te omzeilen, gebruikten wetenschappers van eGenesis, een bio-engineeringbedrijf in Cambridge, Massachusetts, CRISPR-Cas 9, een genetische tool die het genoom doorsnijdt waar het ook op gericht is, om 62 PERV's in varkenscellen in cultuur te verwijderen. Het team injecteerde deze cellen vervolgens in eicellen van varkens en produceerde babyvarkens. Vervolgens gebruikten ze genetische tests om aan te tonen dat de varkens geen sporen van deze PERV's bevatten.