Van een NASA-persbericht:
De wereldwijde gemiddelde oppervlaktetemperatuur in 2011 was volgens NASA-wetenschappers de negende warmste sinds 1880. De bevinding zet een trend voort waarin sinds 2000 negen van de 10 warmste jaren in het moderne meteorologische record hebben plaatsgevonden.
Het Goddard Institute for Space Studies (GISS) van de NASA in New York, dat de wereldwijde oppervlaktetemperaturen continu bewaakt, heeft een bijgewerkte analyse vrijgegeven die de temperaturen over de hele wereld in 2011 laat zien in vergelijking met de gemiddelde wereldwijde temperatuur vanaf het midden van de 20e eeuw. De vergelijking laat zien hoe de aarde nog steeds warmere temperaturen ervaart dan enkele decennia geleden. De gemiddelde temperatuur over de hele wereld in 2011 was 0,92 graden F (0,51 C) warmer dan de basislijn halverwege de 20e eeuw.
'We weten dat de planeet meer energie opneemt dan uitstraalt', zegt James E. Hansen, directeur van de AIVD. “We blijven dus een trend zien richting hogere temperaturen. Zelfs met de verkoelende effecten van een sterke La Niña-invloed en de lage zonneactiviteit van de afgelopen jaren, was 2011 een van de 10 warmste jaren ooit geregistreerd. ”
Het verschil tussen 2011 en het warmste jaar in het AIVD-record (2010) is 0,22 graden F (0,12 C). Dit onderstreept de nadruk die wetenschappers leggen op de langetermijntrend van wereldwijde temperatuurstijging. Vanwege de grote natuurlijke variabiliteit van het klimaat, verwachten wetenschappers niet dat de temperaturen jaar na jaar consistent zullen stijgen. Ze verwachten echter wel een aanhoudende temperatuurstijging gedurende tientallen jaren.
De eerste 11 jaar van de 21e eeuw kenden opmerkelijk hogere temperaturen in vergelijking met het midden en de late 20e eeuw, zei Hansen. Het enige jaar uit de 20e eeuw in de top 10 van warmste jaren ooit is 1998.
De wereldwijde temperaturen zijn aanzienlijk gestegen sinds 1880, het begin van wat wetenschappers het 'moderne record' noemen. Op dit moment zorgde de dekking van weerstations voor in wezen globale temperatuurgegevens. Naarmate de uitstoot van broeikasgassen door energieproductie, industrie en voertuigen is gestegen, zijn de temperaturen gestegen, met name sinds eind jaren zeventig. In deze animatie van temperatuurgegevens uit 1880-2011 geven rode kleuren temperaturen aan die hoger zijn dan het gemiddelde tijdens een basislijnperiode van 1951-1980, terwijl blauwen lagere temperaturen aangeven dan het basisgemiddelde. (Gegevensbron: NASA Goddard Institute for Space Studies. Visualisatie: NASA Goddard Space Flight Center Scientific Visualization Studio)
Hogere temperaturen worden tegenwoordig grotendeels aangehouden door verhoogde atmosferische concentraties van broeikasgassen, vooral kooldioxide. Deze gassen absorberen infraroodstraling die door de aarde wordt uitgezonden en geven die energie af aan de atmosfeer in plaats van dat deze naar de ruimte kan ontsnappen. Naarmate hun atmosferische concentratie is toegenomen, heeft de hoeveelheid energie die door deze gassen wordt "gevangen" geleid tot hogere temperaturen.
Het kooldioxidegehalte in de atmosfeer bedroeg in 1880 ongeveer 285 deeltjes per miljoen, wanneer het wereldwijde temperatuurrecord van de AIVD begint. In 1960 was de gemiddelde concentratie gestegen tot ongeveer 315 delen per miljoen. Tegenwoordig overschrijdt het 390 delen per miljoen en blijft het in een steeds sneller tempo stijgen.
De temperatuuranalyse van de AIVD is samengesteld uit weergegevens van meer dan 1.000 meteorologische stations over de hele wereld, satellietwaarnemingen van de zeeoppervlaktetemperatuur en metingen van Antarctische onderzoeksstations. Een publiekelijk beschikbaar computerprogramma wordt gebruikt om het verschil te berekenen tussen de oppervlaktetemperatuur in een bepaalde maand en de gemiddelde temperatuur voor dezelfde plaats in de periode 1951 tot 1980. Deze periode van drie decennia fungeert als basis voor de analyse.
Het resulterende temperatuurrecord komt zeer dicht in de buurt van analyses door het Met Office Hadley Centre in het Verenigd Koninkrijk en het National Climatic Data Center van de National Oceanic and Atmospheric Administration in Asheville, N.C.
Hansen zei dat hij de komende twee tot drie jaar een recordbrekende wereldwijde gemiddelde temperatuur verwacht, omdat de zonneactiviteit aan het stijgen is en de volgende El Niño de tropische temperaturen in de Stille Oceaan zal verhogen. De warmste jaren ooit waren 2005 en 2010, in een virtuele gelijkspel.
"Het is altijd gevaarlijk om voorspellingen te doen over El Niño, maar het is veilig om te zeggen dat we er de komende drie jaar een zien", zei Hansen. "Er is geen erg sterke El Niño voor nodig om de temperaturen boven 2010 te duwen."
Voor meer informatie:
Meer informatie over de temperatuuranalyse van de AIVD
2010: Ondanks subtiele verschillen, wereldwijde temperatuurrecords in nauwe overeenkomst (01.13.11)
